Arbitrageregels voor de RECREANTEN 60+

 

1.           De arbiter dient correct aan de tafel te staan. 

2.           De inspeeltijd is 4 minuten en na 3 minuten zegt u tegen de speler dat hij/ zij nog een minuut inspeeltijd heeft. De speler heeft de mogelijkheid om binnen deze minuut maximaal 3 keer de acquitstoot te proberen. 

3.    De keuzetrekstoot: Na het schoonmaken van de ballen (buiten het biljart) met een schone zakdoek of doek  plaatst u de ballen voor de trekstoot. 

4.           De speler waarvan de bal het dichts bij de beneden korte band ligt, mag zeggen welke speler van acquit gaat, dus begint. 

5.           Vanaf de benedenband worden de ballen met een schone zakdoek of schone doek in de beginpositie geplaatst.

6.           Als de speler van het rechteracquit afstoot, dan gaat de arbiter links op de hoek van de benedenband staan. Gaat de speler van het linkeracquit afstoten, dan gaat de arbiter rechts op de hoek van de benedenband staan.

7.      De spelers en de arbiter moeten lange mouwen dragen, Is dit niet het geval dan eerst in orde laten maken.

8.           De arbiter dient duidelijk te tellen, zodat speler en teller niet hoeven te twijfelen en men op het andere biljart geen last van heeft.

 9.     De arbiter staat stil na het aanleggen van de speler, maar als er gestoten is en de arbiter  staat niet goed, loop dan zo snel mogelijk naar de juiste positie van waaruit u de carambole zo goed mogelijk kan waarnemen. 

10.  Aftekenen van de ballen, indien nodig, alleen met wit potlood. 

11.  Bij een opzettelijke touche de ballen in de eerste positie terug plaatsen. 

12.  U wacht met het tellen van de carambole tot de ballen stil liggen, zodat u niet verrast  wordt door een klos. 

13.  Ga niet door de knieën om te zien of de speler een touche maakt met zijn mouw of een ander kledingstuk. Doe dan een stapje achteruit. 

14.  Ga nooit in discussie met een speler of iemand anders over een beslissing tijdens een partij. 

15.   Indien een speler niet aan de beurt is, moet hij/ zij gaan zitten tijdens de beurt van de tegenspeler. 

16.   Als de speler zijn beurt voorbij is, moet hij/ zij zijn krijtje meenemen van het biljart.  

17.   Het is de arbiters niet toegestaan tijdens de partij te roken. 

18.   Als de partij afgelopen is, de 3 ballen op de middenacquit leggen.